Naar boven ↑

Annotatie

mr. A. Schaberg
19 mei 2021

Uitspraak

Niet tekenen van mediationovereenkomst

Volgens Gedragsregel 8.2 moet de mediator voorafgaand aan de mediation met alle partijen een schriftelijke mediationovereenkomst sluiten die ten minste de vertrouwelijkheid en vrijwilligheid omvat.

In een arbeidsrechtelijke kwestie (M-2020-11) konden partijen het echter niet eens worden over de omschrijving van het geschil dat hen verdeeld hield. Toch besloten zij de mediation te starten. Hoewel ik die niet helemaal kan volgen, was de gedachte dat in de te sluiten vaststellingsovereenkomst het doel van de mediation nog wel zou kunnen worden vastgelegd. Zo gezegd, zo gedaan, een praktische oplossing dachten partijen kennelijk. Nou ja, niet helemaal: omdat zij het dus niet eens konden worden over het geschil dat hen verdeeld hield, hadden partijen helemaal geen schriftelijke mediationovereenkomst getekend. Dit rekende de Tuchtcommissie de mediator terecht aan.

Partijen verbinden zich in het kader van een mediation aan essentiële verplichtingen, waarvan de verplichting tot geheimhouding waarschijnlijk de belangrijkste is. Daarmee wordt, zo overwoog de Tuchtcommissie, een “vertrouwelijke setting voor partijen gecreëerd om vrijuit te kunnen praten over het conflict zonder het risico te lopen dat zij elkaar later op bepaalde uitspraken voor de rechter kunnen afrekenen of elkaar – of de mediator – als getuigen in een rechtszaak kunnen oproepen.”

In voorkomende gevallen zou een eenvoudige oplossing kunnen zijn om in de bepaling over de doelstelling van de mediation slechts in globale bewoordingen op te nemen wat partijen verdeeld houdt. Zoals in deze zaak: dat partijen een verschil van mening hebben over hun arbeidsrechtelijke relatie.

Nu liep de zaak waarschijnlijk met een sisser af. Maar als één van de partijen zich over wat tijdens de mediationbijeenkomsten is besproken niet tot geheimhouding daarover verplicht voelt omdat er geen door alle partijen ondertekende mediationovereenkomst is, staat de andere partij met lege handen en kan hij de geheimhouding niet afdwingen. Niet doen dus, een mediation beginnen zonder een door alle partijen ondertekende mediationovereenkomst.

Klager had nog vier klachten ingediend, maar die hadden geen van alle voldoende feitelijke grondslag. De Tuchtcommissie legde de mediator de maatregel van een waarschuwing op.